Einloggen oder kostenlos Anmelden

Willst du Niederländisch lernen?
Wil jij Nederlands leren?    ls

Über 400 Kapitel mit Wörtern und Sätzen, mehr als 40 Lernspiele, viele Rätsel und Aufgaben: Das Lernen wird so niemals langweilig.

Hier siehst du eine Lektion aus dem Kurs: "Gustav": Vorschlag zum Lernen von Wörtern aus verschiedenen Bereichen: Sätze und ihre Wortbestandteile, die zu einem bestimmten Thema passen.
Dieses Kapitel heißt: Büro
 
DeutschNiederländisch
1das Bürohet kantoor ls
2der Angestelltede werknemer ls
3der Sachbearbeiterde administratief medewerker ls
4im Büro arbeitenop kantoor werken ls
5der Computerde computer ls
6den Computer anmachende computer aandoen ls
7sich hinsetzengaan zitten ls
8die E-Mails lesende e-mails lezen ls
9die E-Mails bearbeiten (lesen,antworten,ablegen,usw)de e-mails afwerken ls
10telefonierenbellen ls ls
11faxenfaxen ls
12Briefe schreibenbrieven schrijven ls
13Briefe öffnenbrieven open doen ls
14der Auftragde opdracht ls
15der Lieferscheinhet bewijs van levering ls
16die Rechnungde rekening ls
17ich schreibe eine Rechnungik schrijf een factuur
18ich bezahle eine Rechnungik betaal een factuur ls
19ein Paket wegschickeneen pakket versturen ls
20die Buchhaltungde boekhouding ls
21die Lohnbuchhaltungde loonadministratie ls
22das Gehalthet salaris ls
23die Arbeitszeitde werktijd ls
24ich arbeite täglich 8 Stundenik werk 8 uur per dag ls
25meine Arbeitszeit geht von 8 Uhr bis 17 Uhrmijn werktijd is van 8 tot 5 uur ls
26ich habe eine Stunde Mittagspauseik heb één uur middagpauze ls
27die Kollegen (pl)de collega's (pl) ls
28der Kollegede collega ls
29die Kolleginde collega ls
30der Schreibtischhet bureau ls
31der Feierabendde rust na het werk ls
32die Kaffeepausede koffiepauze ls
33der Chefde baas ls
34der Abteilungsleiterde leidinggevende ls
35meine Chefin ist nettmijn bazin is aardig ls
36ich komme gut mit ihr ausik kan het goed met haar vinden ls
1
das Büro
het kantoor ls
2
der Angestellte
de werknemer ls
3
der Sachbearbeiter
de administratief medewerker ls
4
im Büro arbeiten
op kantoor werken ls
5
der Computer
de computer ls
6
den Computer anmachen
de computer aandoen ls
7
sich hinsetzen
gaan zitten ls
8
die E-Mails lesen
de e-mails lezen ls
9
die E-Mails bearbeiten (lesen,antworten,ablegen,usw)
de e-mails afwerken ls
10
telefonieren
bellen ls ls
11
faxen
faxen ls
12
Briefe schreiben
brieven schrijven ls
13
Briefe öffnen
brieven open doen ls
14
der Auftrag
de opdracht ls
15
der Lieferschein
het bewijs van levering ls
16
die Rechnung
de rekening ls
17
ich schreibe eine Rechnung
ik schrijf een factuur
18
ich bezahle eine Rechnung
ik betaal een factuur ls
19
ein Paket wegschicken
een pakket versturen ls
20
die Buchhaltung
de boekhouding ls
21
die Lohnbuchhaltung
de loonadministratie ls
22
das Gehalt
het salaris ls
23
die Arbeitszeit
de werktijd ls
24
ich arbeite täglich 8 Stunden
ik werk 8 uur per dag ls
25
meine Arbeitszeit geht von 8 Uhr bis 17 Uhr
mijn werktijd is van 8 tot 5 uur ls
26
ich habe eine Stunde Mittagspause
ik heb één uur middagpauze ls
27
die Kollegen (pl)
de collega's (pl) ls
28
der Kollege
de collega ls
29
die Kollegin
de collega ls
30
der Schreibtisch
het bureau ls
31
der Feierabend
de rust na het werk ls
32
die Kaffeepause
de koffiepauze ls
33
der Chef
de baas ls
34
der Abteilungsleiter
de leidinggevende ls
35
meine Chefin ist nett
mijn bazin is aardig ls
36
ich komme gut mit ihr aus
ik kan het goed met haar vinden ls
Willst du diese Wörter lernen?
(Um die Wörter lernen zu können, musst du Langdog Cookies erlauben)
 
Anmelden
AvatarUser