Hier siehst du eine Lektion aus dem Kurs "Umran": Wörter im Satzzusammenhang: Beispielsätze und ihre Wortbestandteile, die mit einem bestimmten Wort gebildet werden können. Dieses Kapitel heißt:Auto
Deutsch
Niederländisch
1
das Auto
de auto
2
ich habe ein Auto
ik heb een auto
3
du hast ein Auto
jij hebt een auto
4
er hat ein Auto
hij heeft een auto
5
wir haben ein Auto
wij hebben een auto
6
ihr habt ein Auto
jullie hebben een auto
7
sie haben ein Auto
zij hebben een auto
8
ich habe kein Auto
ik heb geen auto
9
dieses Auto gehört mir
die auto is van mij
10
dieses Auto gehört dir
dat auto is van jou
11
dieses Auto gehört ihm
deze auto is van hem
12
dieses Auto gehört uns
deze auto is van ons
13
dieses Auto gehört euch
deze auto is van jullie
14
dieses Auto gehört ihnen
deze auto is van hen
15
dieses Auto ist blau
deze auto is blauw
16
nein, dieses Auto ist nicht blau
nee, deze auto is niet blauw
17
gehören
behoren
Willst du diese Wörter lernen?
(Um die Wörter lernen zu können, musst du Langdog Cookies erlauben)